Ik moest naar Osdorp. Ik kom daar niet zo veel, dus ik had mijn navigatie aangezet en was in ieder geval al wel in de goede straat beland. “Bestemming bereikt” zei de afgemeten stem in mijn speakers. “ Echt niet” zei ik verontwaardigd. Wonderlijk hoe je gaat praten tegen zo’n stem. Want nummer 104 was niet aan de linkerkant, en ook niet aan de rechterkant. Ik reed nog een stukje door maar nummer 104 kwam niet naar boven. Terug dus maar, tot het punt dat de mevrouw in mijn dashboard weer vol overtuiging zei dat ik de bestemming had bereikt. Lekker betrouwbaar zo’n mens in je dashboard. Stel je toch eens voor.

 

Als je een keer niet luistert omdat jij weet dat de weg is omgelegd, en dus consequent NIET luistert, want jij volgt braaf letter A zoals ze je verteld hebben op zo’n mooi geel bord, en ze heeft al vier keer gezegd  “keer om” , dat ze dan helemaal uit haar plaat gaat dat ze er uiteindelijk helemaal mee stopt en niet meer zegt hoe je moet rijden maar zichzelf verhit het dashboard kastje uitwurmt, de auto uitkruipt en met een boze blik je autoportier dicht knalt..

 

Goed, ik was dus aangekomen, ergens dichtbij mijn bestemming, al was ik er nog niet. Auto parkeren, blauwe kaart erin , jawel, er zijn nog plaatsen in Amsterdam waar je met een blauwe kaart kan parkeren. Lopen maar. 104, ok, hier liep het tot 88, verder dus. 90, ik moest die kant uit, alleen, daar stond even niets wat leek op een dierenartspraktijk. Verderop leek het alsof er een stadspark stond, zou het daar dan voorbij zijn? Stukje lopen dus. Ik had het gevoel dat ik ergens over heen keek maar ik zag niet waar ik anders heen moest. Ach, het was mooi weer, lekker lopen, kan het schelen.

 

Verder op in de straat was een plantsoenendienst bezig met de struiken en bomen te verplaatsen en onkruid te wieden. Ik werd begroet door een aantal verstandelijk beperkten die met een schoffel in de grond stonden te wroeten. Verderop passeerde ik het opperhoofd dat half hangend uit het raam van een auto, met een shaggie in zijn mondhoek bekeek hoe zijn medewerkers bezig waren. Ik groette de man , er kon ternauwernood nog net een knik van af, en ik liep door en naderde het stadspark.

 

Naast me dook een jongen op. Jaar of 17, pikzwart, olijke toet en een gulle lach. schoffel in zijn ene hand, met zijn andere hand was hij druk aan het gebaren. Hij zong Drank en Drugs, en danste een meter of twintig met me mee. Ik schrok even van de manier waarop hij naast me kwam  “dansen”en was  op mijn hoede. Ik keek eens voorzichtig eens op zij en zag een schaterende lach. Hij zong me toe en hoopte dat ik mee zou zingen. ik lachte terug, en liepen samen een stukje op, inmiddels ontwapend door zijn vrolijkheid. Geen verstandelijke beperking te zien. Hij viel een beetje buiten de boot in vergelijking met zijn collega’s, een totaal ander type, een beetje een boefje, wat misschien wel de reden was waarom hij hier werkte. Ik heb geen idee, en het maakt ook niet uit.

 

ik vroeg hem of hij wist waar de dierenkliniek zou kunnen zijn en hij stond meteen stil. Dansmoves  en hark waren onmiddellijk in stilstand gebracht. Bereidwillig mee te denken draaide hij alle richtingen uit en stuurde me uiteindelijk ook de verkeerde richting in. Met het liedje nog neuriend en een vette knipoog liep hij terug naar zijn maten en schoffelde hij weer verder . Ik kwam uiteindelijk na het stadspark iemand tegen die het wel wist, dus ik mocht toch weer terug lopen richting mijn auto.

 

Ik was inmiddels aan de andere kant gaan lopen dus de olijke gast zag mij uit de verte al aankomen en ging er nog even voor staan. Samen met zijn maten stonden ze met zijn allen te zwaaien, en ik kreeg als kado nog even een dans beweging waar Michael Jackson trots op zou zijn geweest. Het opperhoofd in de auto keek wat grommend toe. Van dat vrolijke zou hij nog wat kunnen leren.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.

Maak jouw eigen website met JouwWeb