We zitten in bruin cafe Baantjer, je gelooft het niet .Ik wist wel dat de beste man in de Warmoesstraat had gediend op het politiebureau maar ik wist niet dat er een heus cafe bestond die ook nog een museum onder de kelder heeft.
We zijn een dagje met vrienden op pad en dan moet er ook iets/wat/beetje/meergedronken worden. Dweilend over de Zeedijk beland je dan op de Warmoesstraat en dat is best leuk. Ik verbaas me elke keer weer over de enorme hoeveelheden “interessante “ winkels in dit gebied, en dan bedoel ik niet de dames die kou staan te lijden in de ramen maar met name de in dezelfde categorie winkels. Dat er zoveel mensen zijn die dat werkelijk kopen. Het zijn er namelijk best heeeeeel veel op korte afstanden.
We zitten gezellig wat te drinken en net voordat we weer vertrekken naar onze volgende bestemming wil ik even naar het toilet. Dat zit beneden dus ik zeil een bruine houten trap af. Daar staat een bordje dat het toilet 0.50 cent kost. Ik grom even inwendig. Ik vind dat geld niet betalen voor het toilet niet erg maar ik heb het niet bij me dus ik moet terug. Toch even proberen of het echt voor ook voor de gasten die echt iets verbruiken geldt.
Een grijs uitgeslagen muizensnoetje zucht diep. Ik begrijp dat ik een vervelende vraag stel. Ik krijg een monoloog over dat ze hier niet voor niets zit, dat ze haar eigen centen moet betalen en dat ze niet bij de uitbater hoort van Baantjer. Ik hoor aan de toon waarop ze het verhaal opdreunt dat ze dit minimaal 10 keer per dag vertelt. Ik hoefde dat hele relaas eigenlijk niet, een “nee” was voldoende geweest. Ik heb het echter niet bij me en ik moet dus echt terug omhoog. Ik kijk haar vriendelijk aan en vertel dat er vast nog meerdere van onze groep zo komen toiletteren en of het goed is dat ik het zo mee geef aan hen.
Ze zucht nog dieper. Het grijze snoetje wordt nog grijzer en verdrietiger. Ach hemeltje. Nee dus. “Mevrouw, ze komen nooit terug. Ze zeggen dat ze terug komen, maar daar trap ik niet meer in. En u wil niet weten hoe ik de toiletten altijd aantref na gebruik.” En ik krijg wat details te horen die ik helemaaaaaal niet wilde horen maar ik wil niet onbeleefd zijn dus ik laat haar netjes uitpraten. Ze heeft een accent wat ergens uit Polen of Rusland komt. Ik knik vriendelijk en zeg dat ik naar boven loop.
Ik snap het ook echt wel. Het zal ook zeker wel gebeuren, tuurlijk mensen zijn vaak te beroerd om terug te komen. ik graaf mijn tas leeg en ik vind zowaar nog een twee euro muntstuk. Dan die maar. Ze is bovendien niet onaardig, ze scoort betere punten dan de zurige mevrouw die vroeger in haar viezige-ik-was-ooit-witte- jas de toiletten deed bij “het koffiehuis”, wat nu Loetje is, die was echt chagrijnig, die begon al te mopperen dat je uberhaupt naar het toilet wilde. En waarschijnlijk aan het eind van de dag in haar porsche stapte.
Ik loop de wenteltrap weer af en geef mijn muntstuk aan het smalle muizensnoetje. Ze klemt het in haar hand en begint zich zelf te verontschuldigen dat het zo moet en dat het zo jammer is dat je mensen niet meer kunt vertrouwen. Ik knik nog eens vriendelijk en wacht geduldig tot ze me wisselgeld gaat geven maar het lijkt wel alsof ze niet meer weet wat ze gehad heeft. Ik werk echter ook met geld, en ik weet heel goed wat iemand mij geeft, je voelt dat.
Ik wacht dus geduldig tot ze weer een heel relaas heeft afgestoken over de hygiene en ik vind het zo knap van mezelf dat ik braaf sta te wachten. Tot ze me wat ongeduldig de toiletten wijst waar ik heen moet. Met mijn allerliefste glimlach zeg ik, “ Dat weet ik ,maar volgens mij krijg ik nog wat terug”. Ze kijkt geschrokken in haar hand en slaat haar hand voor haar mond. Tienduizend verontschuldigingen dat ze dat zo maar vergeten was en nog weer een heel verhaal. Ondertussen heb ik bijna wortel geschoten in de grond maar ik krijg eindelijk mijn 1.50 terug en ga eindelijk naar het toilet.
Als ik opnieuw langs het muizensnoetje loop roept ze me nog na dat ze het echt niet gezien had. Ik loopt grijnzend de trap op. Die porsche moet ergens vandaan komen…..
Reactie plaatsen
Reacties