We komen gelijktijdig aanlopen bij het bakkertje in de stad. Ik zag hem al aankomen, wiebelend, onstabiel op zijn fiets. Hij maakt zijn fiets niet vast, hij zet zijn fiets tegen de lantaarnpaal die voor de bakkerij staat.
De meneer is iets eerder dan ik, en ik ben zo beleefd om niet te versnellen en hem, de oudere meneer, voor te laten. Daar krijg ik wel een beetje spijt van. Ik heb –natuurlijk- haast, want ik moet zo naar klanten en we kunnen nog net even eten voordat ik naar mijn afspraken moet.
Het is een enorme lijst die meneer nodig heeft. Hij begint bij het brood. Na vier halve broden, beschuit en krentenbrood gaat hij over de koekjes. Hij leest alles af van zijn lijstje voorzien van commentaren wat er zo lekker is aan elk artikelen. Ik zie aan de ogen van de bakker dat die hier eigenlijk ook geen tijd voor heeft. Onze ogen ontmoeten elkaar en ik knik even ter geruststelling. Wat maakt het uit. Deze meneer maakt vast eens per week deze rit naar de bakker en hij heeft alle tijd.
Hij draagt een groene corduroy broek waarvan ik niet wist dat je het werkelijk nog ergens kunt kopen. De rafels hangen onder aan de pijpen. Daaronder van die ANWB sandalen waar in witte sokken steken. Hoe voorspelbaar kun je het hebben. Als hij zich half omdraait zie ik dat hij het scheerapparaat al een paar weken echt niet heeft zien liggen en dat is niet omdat hij mee gaat in de mode van lange baarden. Hij oogt een beetje onverzorgd en de geur die hij door de zaak zwiert met zijn bewegingen is ook niet bijster fris. Toch staat hij hier monter te vertellen over de koekjes die hem zo doen denken aan zijn moeder. Ze bakte vroeger elke week koekjes en dan mocht hij eens per week een balletje deeg opsnoepen.
Zijn verhaal brengt mij ook even terug in mijn jeugd. Wat grappig. Dat deed mijn moeder ook. Vrijdags uit school vandaag lagen er twee balletjes deeg klaar die zus en ik zielsgelukkig op snoepten.
De meneer vervolgt zijn verhaal. Zijn vrouw heeft het tot tien jaar geleden ook elke week gedaan, koekjes bakken voor hun kinderen die dan langskwamen. Helaas is ze een paar jaar geleden overleden dus nu haalt hij de koekjes maar bij de bakker. Als hij geluk heeft komen zijn kinderen langs. Maar die hebben niet zo veel tijd meer, dus hij hoopt het maar, en anders eet hij alle koekjes in zijn eentje op.
De bakker lacht en kijkt wat gegeneerd naar mij. Ik glimlach even en raap het briefje op dat de meneer met betalen heeft laten vallen. Op het briefje staan alle boodschappen. In een flits zie ik dat hij ook nog naar de slager moet. Ik vermoed dat hij daar met alles wat hij nog gaat bestellen ook een verhaal heeft. Ik leg mijn hand even op zijn elle boog om zijn aandacht te trekken en als hij zich omdraait geef ik hem het briefje terug. Dankbaar lacht hij me toe. Ik zie twee sneue bruine tanden staan in een verdere lege mond.
Ja dat bukken, dat gaat niet meer zo makkelijk, maar wat fijn dat ik hem even help. ik roep ondertussen mijn bestelling naar de bakker en help de meneer de tassen bij de fiets te zetten. Een paar minuten later dan gedacht zitten we eindelijk aan onze lunch. Nog lekkerder dan anders.
Reactie plaatsen
Reacties
Mooi Kaar..... X