Ik haal de vlag van zolder en sleep hem naar beneden. Ik ben eigenlijk helemaal niet zo koningsgezien en dat ik het honorarium voor onze Konikklukke leden veel te hoog vind mag duidelijk zijn, maar de prijs voor een leven permanent in de schijnwerpers en niet zelf kunnen kiezen wat je wil doen, later als je groot bent, komt kennelijk met een grote vergoeding.
Later op de dag, als onze vlag, gedrapeerd met oranje wimpel alsof hij gecentrifugeerd is om de paal is gedraaid, denk ik aan mijn moeder. Zij is eigenlijk de reden dat ik ooit ben begonnen met een vlag op te hangen toen bleek we die mogelijkheid hadden in dit huis.
Uit een soort waardering naar haar, ze was dol op het koningshuis, hang ik de dagen dat we kunnen vlaggen de vlag uit. Tranen zijn niet nodig, die heb ik lang geleden voldoende gelaten toen ze veel te jong stierf.
Mijn moeder, met een bouquetreeks in haar hand, half lezend, half kijkend naar de tv waar toen nog op het bordes van Soestdijk allemaal subtiel goedgekeurde mensen lokale cadeaus kwamen brengen die uiteindelijk waarschijnlijk allemaal op andere plekken terecht kwamen dan de tafel van de Konikklukke leden.
Mijn moeder was een lekke theepot als het gaat om huilen, de tranen waren altijd dichtbij, zeker als er een groen giftig uitziend borreltje in zo’n fantastisch elegant glaasje op tafel stond, vergezeld van wat brave zoute stokjes.
Ik ben soms ook een lekke theepot maar dat neem ik voor lief bij het idee dat ik dan op haar lijk en elke keer dat ik de vlag weer mag hangen fietsen er in sneltreinvaart allemaal herinneringen voorbij.
Ze mag er dan niet meer zijn, ze is er nog altijd.
Maak jouw eigen website met JouwWeb