Muizen

Ach gos. Vriend F heeft last van een muis. 1 muis, vragen wij grijnzend. Hij heeft er maar 1 gezien. Ik ken dat. Ooit lang geleden zag ik 1 grijze muis lopen van mijn soeppan naar zijn holletje en ik bleef vrij lang geloven dat er het echt maar 1 was tot ze met vier door de kamer marcheerden en vonden dat wij lastige dingen waren die ze probeerden weg te jagen. Even verdiepen in de materie leerde mij toen al dat die grappige grijze wezentjes, want ik vind ze toch wel grappig om te zien al wil ik ze niet in huis hebben, zich binnen een jaar met miljoenen kunnen voortplanten in de omgeving en dat ze zonder serieus eten of drinken gewoon een jaar kunnen levens.

 

Ook in de bakkerij waar ik ooit in Amsterdam werkte zagen we ze soms achter de klanten door over de vloer rennen met de kruimels in hun bek, maar daar hadden we nog iets ergers waar ik wel echt een gruwelijke hekel aan heb, kakkerlakken. Die vind ik echt zo vies. Die vielen uit de lucht vandaan tussen het plafond door. Ieuw. Stond je lekker af te wassen en dan voelde je zo’n beest op je schouder knetteren. Voel je het al? Naar he.  Maar goed, terug naar de muizen.

 

Vriend F vraagt om oplossingen. We dragen van alles aan. Klemmen. ,Gif.  Katten lenen. (niet die van ons, dat is zielig)  Met een stofzuiger achter ze aanlopen en floeps opzuigen om er in de avond weer als een duveltjes uit te komen,  tot lijmplanken door het hele huis waar hij dan uiteindelijk natuurlijk op gaat staan en er mee moet lopen vastgeplakt als ski’s. Ontroerd is hij. Fantastische oplossingen.  Hij ervaart ons als echte vrienden maar zinnige oplossingen behalve een kat, en die wil ie nou net niet, hebben we niet. Het blijft altijd lastig met die grijze vriendjes met lange staarten.

 

Wij vonden ruim twee jaar geleden nog een platgestampt exemplaar, keurig verdroogd tussen de plafonds. We hebben er serieus even naar gekeken, en zelfs een foto van gemaakt. Hij had zo in een museum gekund, zo mooi opgedroogd was ie. Toch wel zielig. Wij niet gedaan hoor,  kleine muisje heeft er zeker jaar of twintig tussen gezeten gezien de vloerbedekking die echt al heel oud was.

 

Maar het hoogtepunt, of eigenlijk toch wat mij betreft wel een diepte punt,  want mijn tere dierenhartje werd vreselijk op de proef gesteld was een paar jaar geleden:

We hadden konijnen. Die eten voer. Jawel. Dat vinden muizen ook fijn. Het ging zo ver dat als ik onze konijnen eten gaf de muizen hun servetje voor bonden en aan het bakje bijschoven. Het servetje klopt niet maar de rest wel. Ik zag ze letterlijk aan komen stormen als ik eten ging geven. Dat moest dus anders.  Op een gegeven moment had ik gezien waar ze vandaan kwamen. Onder het oude konijnen hok waar toen nog ruimte onder zat. Lang piekeren. Klemmen werkt niet, gif durfde ik niet aangezien we rovers hebben die muizen gaan vangen en straks eten ze die muizen op.

 

Er was maar 1 oplossing. De Katten. We hadden er toen vijf. Vijf rovers. Echte jagers. Niet van die watjes die de boom niet in durven. We hebben het konijnen hok opgetild. En daar gingen ze. Allemaal. Onze katten werden gek. Het bewoog en rende alle kanten uit. Ik hoop nog steeds dat een aantal hun vege lijf hebben weten te redden.

 

Het was een feest voor onze katten. En daar wil ik het maar bij laten. Ik heb er bijna een therapietje voor moeten volgen. Maar inderdaad, dit was wel de meest eerlijke en natuurlijke manier. Maar dat is nog geen oplossing voor vriend F. Hoewel. Ik bedenk me ineens dat er nog een natuurlijke manier is voor de muis. Ik hoor net dat hij een slang gaat nemen. Succes vriend.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.