We zitten in een restaurantje als er met veel bombarie vier oudere heren binnen komen. Ze verontschuldigen zich bij de eigenaren dat ze zo laat zijn maar het is geen probleem. We kennen de eigenaren en die zullen niet snel zeggen dat ze niet meer binnen mogen komen. Die zijn, zoals het hoort, gastvrij. De heren gaan zitten en bestellen wijntjes en wat te snoepen om de eerste trek te stillen.

 

Het is niet zo druk dus we kunnen de gesprekken naast ons goed volgen.

DM en ik zitten ondertussen zalig te knabbelen aan onze gerechten. Naast ons gaan de gesprekken over school. We begrijpen inmiddels dat ze elkaar kennen van hun studie tijd. Dat hadden we al verwacht. Grappig dat je studie vrienden, ook al zijn ze inmiddels dik de 70 gepasseerd, meteen herkent. Er zit een bepaalde hiërarchie in.

 

We horen in de loop van de avond dat ze al jaren 1 week per jaar samen zeilen en dat ze niet uit het Noorden komen. Het accent verraadt iets van Utrecht of Den Haag, ik kom er niet uit. Knap dat ze dit al die jaren zo vol houden. Inmiddels slapen ze niet meer op de boot maar in een Bed en Breakfast en dat kan ik me helemaal voorstellen.

 

Er zit inmiddels wat wijn in de mannen en de gesprekken worden op een iets ander niveau gevoerd. Ze zijn nog niet aan het brallen maar het wordt wel al wat stoerder. Als wij ons toetje krijgen, DM aan de crème brûlée, ik aan een munt thee en een stroopwafeltje, horen we iets wat je wel vaker hoort. Het lijkt op snoeven. Zoals ouders vol trots blijven volhouden hoe slim, hoe fantastisch, hoe geweldig hun kind is, zo is hier een wedstrijd gaande over de kleinkinderen.

 

Ik heb medelijden met Caspertje. Het is het kleinkind van een van de heren. Deze meneer is duidelijk ook de aanvoerder van de groep. Hij heeft het hoogste woord. Het pleit wel voor hem dat hij apetrots is op zijn kleinkind. Jammer dat hij zijn kleindochter ook wel aardig vindt, maar ja, lang niet zo interessant want die is niet professioneel sporter in het buitenland. Wordt ook zo gezegd, de man daalt weer in mijn achting. Het bral gehalte neemt toe.

 

Het is toch wat, dat je kleinzoon dat zo maar kan doen. De rest van de groep knikt wat, hetzij niet overtuigend. Echter, die reactie is niet voldoende. De man haalt het nog een paar keer aan in de hoop dat er toch iemand minimaal gaat zeggen hoe fantastisch zijn kleinkind, hij herhaalt, zijn kleinkind is. De stilte in het restaurant is ineens een beetje pijnlijk, alleen nog wat vorken en messen op een bord klinken.

 

Er wordt opnieuw een rondje wijn geschonken en het dessert wordt bij hen gebracht. De haast om even snel te eten is allang weg, al wordt er nog wel een keer wat lafhartig verontschuldigd dat ze ook nog uitgebreid zijn gaan eten. Het is inmiddels half elf.

 

De aanvoerder lanceert ondertussen duidelijk iets nieuws voor de andere heren. Hij had zelf ook bijna een carrière in de sportwereld gehad. Of ze dat wel wisten. Ja ha. Toevallig wel. Ha.

Hij haalde wel toevallig een mega hoogte met polstok  hoogspringen. Er komt weinig reactie van zijn oude studievrienden. Als hij het nog keer zegt, nu iets dwingender in zijn toon,  hoor ik een van zijn vrienden met de nodige scepsis in zijn stem vragen of zijn ouders dat dan zomaar goed vonden. Dat hij toen in Europa aan het reizen was. Zo jong en dan behoorlijk ver weg voor die tijd. Bovendien is het voor het eerst dat zijn maten er iets van hoort. De man die het aandurft er tegen in te gaan krijgt de volle laag. De koffie wordt geserveerd en er komt nog een borrel bij.

 

Het haantje schiet volledig in de verdediging. Ja zeker. Er volgt een lange monoloog die zijn vrienden lijdzaam ondergaan. Het is een heel verhaal met als slotconclusie dat het eigenlijk door hem komt dat zijn kleinkind zo goed is.

Toevallig.

 

De rekening wordt gevraagd. Eindelijk gaan ze er van door. Ik zie een kleine zucht van opluchting bij de andere mannen.

 Haantjes gedrag wordt niet per definitie minder in de loop der jaren.

Toevallig.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.

Maak jouw eigen website met JouwWeb