Inderdaad, het haalt ook in mij het slechtste naar boven, ik beken.

Het was afgelopen vrijdag toen ik mezelf een bekentenis moest doen. Ik loop me ook te ergeren en ik erger me zelf te pletter dat ik dat doe. Dubbele ergernis dus.

Ik zou het liefst tegen een van die twee willen schreeuwen. Dat doe ik niet want ik wil graag te boek staan als netjes, lief, vriendelijk verdraagzaam. Komt het doordat het zo lang duurt? Komt het omdat ik zo graag weer op een terrasje zou willen zitten of gewoon iemand die het zo zwaar heeft of heeft gehad een dikke warme liefdevolle knuffel wil geven maar dit nog steeds niet kan?

Ze stonden met zijn tweetjes te kletsen bij de groenten. Ik was netjes gestopt en had geduldig gewacht. Na een paar seconden ving ze, een vrouw  met een grote zwarte mantel en iets te veel gewicht, mijn blik. Ze gebood haar man opzij te gaan. Hij volgde het braaf op. Ik pakte mijn spinazie en vervolgde mijn weg naar de broodafdeling waar ik opnieuw twee echtparen twee kwam, ze voldeden keurig aan de eisen dat je een karretje moet meenemen zodat je er zeker van bent dat je anderhalve meter afstand aanhoudt. Ik gromde, niet dat je dat hoort of ziet met een mondkapje op je hoofd en het kabaal in de supermarkt, ik wilde gewoon een lekker bruin knapperig broodje pakken zodat ik die naast mijn spinazie salade kon op snoepen met een beetje gezouten boter. Ze stonden als twee blokken beton te debatteren over wat ze moesten meenemen. Dit stel had nog net geen ANWB kleding aan, duidelijk is echter dat ze al jaren bij elkaar horen en zelfs een beetje op elkaar lijken, zoals een hond op een baasje lijkt of misschien zoals een baasje zijn hond uitzoekt.

 Ik had de neiging mijn karretje tegen hun karretje aan te duwen, zoals je dat doet als je in een botsautootje zit en er genoegen in neemt iemand tegen een harde muur te dwingen. Ik deed het niet, ik glimlachte mijn glimlach, hoopte dat ze aan mijn ogen konden zien dat ik het niet slecht meende en dat ze meteen, braaf als militairen die onmiddellijk gehoor geven aan een opdracht van hun meerdere, pas op de plaats maakte. Het ging niet zo snel als ik hoopte. Eerst moest er met de tang nog een broodje gepakt worden en die broodjes werkten niet mee of misschien was meneer gewoon onhandig omdat hij dingen moest doen van zijn vrouw en dit diep in zijn hart niet wilde. Ik zuchtte nog maar eens maar glimlachte vriendelijk toen ze eindelijk vertrokken en pakte mijn gewenste broodje.

Ik dacht een shortcut te nemen, een korte route naar de kassa maar ik had al gezien dat het er druk was. Alternatieve route; ik laveerde mijn karretje door het gangpand met de wijnen en daar stond het derde stel. Twee kratten bier en een kar vol vlees. Gelukkig denken ze aan het milieu en de diertjes. Er werd druk gedebatteerd, er moest een keuze gemaakt worden tussen rode wijn of rosé, een keuze die in dit jaargetijde niet zo moeilijk moet zijn maar wie ben ik om daar een oordeel over te vellen al leken me niet het type mens dat in de winter een strandfeestje houdt.

Ik zweeg en wachtte opnieuw, ik weet uit eigen ervaring dat er een moment komt dat je je omdraait omdat je voelt dat er mensen kijken. Het niet omkijken en dus blokkeren duurde echter langer dan ik dacht en ik voelde achter mij nog een karretje aankomen. Ik draaide me om en knikte even kort naar de oude dame die om me heen probeerde te kijken wat er aan de hand was. Nu werd het tijd om op te treden. Ik rechtte mijn rug, maakte wat vaart en reed met mijn karretje tegen de derriere van mevrouw aan en ze draaide zich om. Ik toverde een glimlach van ver naar boven en zei zelfs nog sorry, mijn vocabulaire bleek niet verdwenen te zijn door mijn ergernis. Verbolgen en duidelijk geïrriteerd trokken ze hun karretjes als treintjes opzij en wachtten tot we gepasseerd waren, de oude dame achtervolgde mij, ze dacht vast dat ik een snellere route wist te vinden dan zij.

Net voor ik in de rij kon aansluiten kwam echter het eerste echtpaar, die van de groenten, aanzeilen, een soort shorttrack op een glibberige ijsbaan en ik kon ze met goed fatsoen niet wegduwen al had ik dat graag gedaan.

Dus nog eens twee karretjes in de rij voor mij, ik kon het niet laten te kijken wat er nu werkelijk zo belangrijk was dat je met zijn tweetjes boodschappen moet doen. In de 1 lagen voor de vorm een zakje met brood, in het andere karretje lag net iets meer, voor hen het uitje van de dag dus.

Ik voel me soms een lavacake. Ogenschijnlijk prima in orde tot je er een vork in prikt.

Maak jouw eigen website met JouwWeb