Stemmen

Joepie, we mogen stemmen vandaag. En natuurlijk ga ik stemmen. Ik heb die stem niet voor niets gekregen. Al weken liggen die mooie blauwe papiertjes op de kast te wachten tot ze gebruikt worden. Gelukkig mogen we dichtbij, ik kan drie keer vallen om binnen te stappen bij “mijn stemlokaal”. Ik heb mijn stembiljet gisteravond al klaargelegd want ik heb gezien dat ze om half acht al open zijn. Dat komt mooi uit, want dan ga ik toch nog even sporten voor mijn werk. Dat kan net.

 

Sportkleding alvast aan, sporttas en werktas (ja je moet er nog over nadenken ook wat je mee neemt)  gooi ik alvast in mijn auto voor ik naar het stemlokaal, oftewel de dansschool loop. Als ik binnen kom is er nog allerlei bedrijvigheid om alles te installeren. De eigenaar van de dansschool herkent me en komt even naar me toe voor een praatje. Hij vertelt hoe handig het is dat we bij hem, je snapt wel, eventueel koffie, snel stemmen, super efficiënt .  Ja ja, prima, ja vind ik ook, en terwijl ik met hem praat kijk ik  met een half oog naar drie mensen die op hun dooie akkertje de boel aan het klaar zetten zijn.

 

Natuurlijk zullen we van mening verschillen over wat goed tempo is en mijn tempo is misschien gerust ietsje hoger dan van de meeste mensen, dat weet ik, daar probeer ik ook echt rekening mee te houden in het dagelijks leven, maar stemmen vanaf half acht is bij mij ook echt stemmen vanaf half acht en niet nog pompiedomtudeluu koetel de koetel ik heb de hele dag nog om te starten.  Mijn buurman loopt weg na het praatje en ik probeer rustig te blijven staan. Het tempo waarin de drie elkaar aankijken voor overleg stelt me echter niet  gerust. Inmiddels staan er nog drie mensen achter mij.

 

Ik zie nog geen papieren liggen om te stemmen, de bussen, of containers, hoe je wil, waar de biljetten in gegooid moeten worden, staan ook nog niet klaar. Ze zoeken de slotjes. Nee he. Slotjes weg. Zoeken. Gevonden. Nu moet het zilveren stripje nog open blijven staan waar je de biljetten doorheen moet gooien en dat lukt maar niet, dat is nog even echt een dingetje.

 

Jeetje hoe moet dat nu. Ja. Moeilijk. Ze zijn met zijn drieën bezig om dat stripje er uit te halen. Achter mij groeit de rij. Ja hoor, het stripje is gelukt. Hij doet het. Of ik even in de container wil kijken dat ie wel echt leeg is, en er niets maar dan ook niets in zit.  Met een verontschuldigende lach vraagt de enige dame in het gezelschap of ik dat wil doen. Als daar mee het tempo om hoog gaat, ja  graag. Ik kijk, zie inderdaad niets en de container mag gesloten worden.

 

Er liggen nog steeds geen stembiljetten op tafel. Gelukkig staat het stemhokje wel al klaar, ik zie meerdere potloden klaar liggen dus dat zit wel goed. Nu de rest nog. Er wordt koffie aan gedragen voor de drie hardwerkende mensen. Hardwerkende mensen. Hoe zo?  Hardwerken? Duh.  Er zit geen gang in. Nog steeds geen stembiljetten en inmiddels staat er een rij van een man of tien te wachten. Hoe is het mogelijk dat je zo traag kunt bewegen. Ik snap er niets van.

 

‘Zo. Zegt de grootste man, de Leider van het Geheel. Ik vrees de Echte Ambtenaar.

“We zijn er klaar voor” .Hij neemt plaats op zijn stoel. Nu moeten ze mij nog opsnorren op de lijst en ze kunnen me niet vinden. Misschien bij de B. Probeer het eens bij de B. Joh. Een B. pffftttt. Hoe moeilijk kan het zijn dat je de B niet kan vinden. Met zijn drieën proberen ze me te zoeken. Best knap dat je met zijn drieën kunt kijken op een lijst. Kak, ik word nu toch wel een beetje grommelig van dit gepruts. Ik vraag of de man misschien de stembiljetten alvast kan neerleggen,  misschien lukt het dan nog vandaag . Het sarcasme ontgaat hem volledig.

 

Ach. Stembiljetten. Ja verdomd. Die hebben we ook nog nodig. Gut.

Waar zouden die gebleven zijn. ik zucht en zeg dat ik vanavond wel terug komt. Achter me hoor ik ook wat gemopper in de rij. Gelukkig tovert De Enige en Echte Ambtenaar uit een voddebalig tasje de juiste papieren tevoorschijn. He he. Eindelijk. Ik mag. Ik kan.

 

Ze waren er nog niet helemaal klaar voor geloof ik. Soms zijn mensen nooit klaar voor hun taak, waar dan ook.  Ok, ik ben soms te snel. Veel te snel. Gehaast. Ik weet het. Maar dit is het andere uiterste. Wat een trage trut, en dat is best knap als je man bent.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.

Maak jouw eigen website met JouwWeb