Ik heb om 1300 een afspraak in de zaak en ik ben al aan de late kant. Ik scheur de garage in en stagneer meteen als ik de bocht om rij op de onderste verdieping van de garage. Er staat een grote brede Amerikaanse auto, zo’n lel die je niet veel hier ziet rijden, met brede open laadbak met knipperlichten in de bocht stil .  Ik zucht even. Die had al bij de poortjes kunnen zien dat deze garage niet is gemaakt op deze brede auto’s. Die had op zijn minst, toen hij een kaartje uit de automaat kreeg, gedacht, oei, het is hier al net aan. Moet ik dit wel doen?

 

De Karperton is zo wie zo geen fijne garage, hij is niet breed, de bochten zijn inderdaad niet ruim maar als je braaf de pijlen volgt op de grond kom je zonder problemen de bocht door. Deze auto echter is niet bepaald standaard en heeft dus een probleem. De ronde palen aan de bochten zijn afgelopen jaar ingepakt met een soort foam omdat veel bestuurders enigszins in paniek raken als ze krappe bochten zien, maar nogmaals: Volg de pijlen en er is niets aan de hand.

 

Ik doe mijn motor maar uit. Ik sta al vijf minuten te wachten. Er komt hulp. Nadat de auto inmiddels drie keer wel twee hele centimeters vooruit en toch weer achteruit is gegaan stapte er een grote dame uit. Zonnebril (zo’n Maja de Bij ding) op haar voorhoofd, wapperend jurkje in Ibiza style en een leren tas aan haar arm. Ze gaat de bestuurder met ongetwijfeld met het zweet op zijn voorhoofd even helpen te om om de paal heen te draaien. Medelijdend denk ik aan de minstens vier verdiepingen die nog gaan volgen met slechts 100 parkeerplaatsen. 

 

De rij achter me groeit en er kunnen geen auto’s meer inrijden. Eindelijk heeft de bestuurder zijn auto om de paal heen gefrommeld. Ik kan niet goed zien of de auto dit heelhuids heeft overleeft maar gezien het tempo en het steken vermoed ik dat er hier en daar wat krassen zijn opgelopen. Eindelijk rijden we weer. Ik rij de bocht om en rij bijna meteen tegen de grote auto aan. Die zag een gaatje en dacht, ik stop hier en ga echt niet verder. Goed, die heeft aan het einde van zijn parkeertijd hier ook aan de achterkant schade want hij steekt zeker anderhalve meter uit in het rijpad en als je eindelijk die bewuste bocht hebt genomen rij je dus bijna Het Lel aan.

 

Voor me rijdt een Volkswagen Touareg, je ziet aan de manier van rijden dat de bestuurder zwaar geïrriteerd is. Daarvoor rijdt een klein fiatje. Er is op de tweede verdieping een parkeerplek maar die is niet groot. We staan weer stil want het fiatje gaat daar in parkeren. Die steekt twee keer en geeft het op, past niet. De Volkswagen geeft een flinke dot gas en rijdt zo de parkeerplek in. Ik kom niet meer bij van het lachen. Die is zo pissed na dit hele verhaal dat hij wel even zal laten zien dat het een kwestie is van goed parkeren en dat  Hij er Wel in komt. Hij zet zijn motor af en wil uitstappen en komt dan tot de conclusie dat je toch ook nog ruimte nodig hebt om je deuren open te maken. Ik gil zowat de bocht om van het lachen. Sta je dan fan-tas-tisch geparkeerd, en dan kun je er niet uit.

 

Achter me rijdt een klein autootje ook in hoog tempo omhoog en ziet aan de rechterkant een plek vrij. De parkeergarage is echter linksom georienteerd en dus de parkeerplekken ook. Je kunt dus best pittig rechtsomdraaien maar dan moet je nog steeds meerdere keren steken om er in te komen en als je er uit wil opnieuw. En dan heb ik het nog niet over dat je eerst dwars tegen het verkeer in rijdt, en dus zoals nu opnieuw al het verkeer tegen houdt en de terug weg ga je dat lekker nog een keer doen. Heerlijk. Ik hou er van.

 

Drie verdiepingen verder kan ik mijn auto eindelijk kwijt. Als ik de trap af loop en de straat op loop staat het stel met de grote auto buiten te ruzieen. Zij had allang al gezien dat het niet kon en hij moppert dat het een waardeloze garage is. Ik geloof haar, en ik geef hem gelijk. Ik vrees dat ik de grijns niet van mijn gezicht heb kunnen vegen.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.